Gastblog geschreven door Robert Nas.
“Meneer, meneer!” Het 9-jarig kereltje kwam de kapel ingerend en recht op mij af. Ik stond achter mijn standaard de tekst nog even door te nemen en zag het enthousiaste mannetje aankomen. “Ja jongen, wat is er?” vroeg ik hem. ” U mag mijn microfoon lenen!” en hij overhandigde mij een speelgoedmicrofoon. “Geweldig, die was ik vergeten mee te nemen. wat goed dat jij er eentje hebt en dat ik die mag lenen!” Het ventje ging mij vervolgens uitleggen hoe ik de microfoon moest gebruiken. “Ik denk alleen dat ik hem naast mijn tekst leg, want anders klinkt het te hard!” zei ik tegen hem en liet mijn stem even wat harder klinken als ik dat ding voor mijn mond hield. Hij vond het goed! Hij rende naar buiten om enthousiast aan zijn moeder te vertellen, dat zijn microfoon vandaag door mij gebruikt zou worden.
De ceremonie begon en vanaf de tweede rij stoeltjes zat het mannetje mij constant in de gaten te houden. Sterker nog; hij stak af en toe zijn duim op om mij aan te geven dat het goed ging met het geluid. Een knipoog doet dan wonderen. De gasten heb ik eerst gevraagd of ik goed verstaanbaar was en aangezien iedereen instemmend knikte, heb ik vervolgens aangegeven dat dit te danken was aan mijn grote vriend op rij 2, die zijn microfoon aan mij geleend had.
De ceremonie liep op zijn einde en vanuit mijn ooghoek zag ik het ventje naar mij toe sluipen. Hij wilde natuurlijk voor geen goud zijn microfoon vergeten. Ik had de laatste woorden nog niet uitgesproken of hij vroeg netjes zijn microfoon terug. Die kreeg hij, nadat ik aan alle aanwezigen een groot applaus voor hem had gevraagd. Hij had er tenslotte voor gezorgd dat het voor iedereen verstaanbaar was. Na een echte “high five” liep hij trots en tevreden de kapel uit. Hij keek nog een keer om om gedag te zwaaien. En nu mocht ik hem een dikverdiende duim omhoog geven. Met voldoende volume riep ik hem na: “Bedankt kanjer!”